Nedinsco Venlo

Het rijksmonument Nedinsco vormt door de prominente gebouwen de spil van het Plan Maaswaard, een stedenbouwkundig project aan de zuidkant van de Venlose binnenstad. Het complex is opgetrokken uit beton, staal en glas en wordt qua architectuur tot de Nieuwe Zakelijkheid gerekend. Transparantie, ruimte, licht en lucht spelen een belangrijke rol.

In 2006 sloten de gemeente Venlo en woningcorporatie Woonwenz een akkoord om het monumentale complex – waar Carl Zeiss voorheen periscopen en afstandsmeters fabriceerde- te behouden. “De nieuwe invulling is een mix van appartementen, kantoren en deels productie-eenheden”, zegt Remco Mulder van diederendirrix architectuur & stedenbouw. Een eenvoudige renovatie was het echter niet. “De inventarisatie van de bouwkundig staat toonde dat de gebouwen er erg slecht aan toe waren. De betonnen draagstructuur van kolommen en balken was ernstig aangetast door betonrot en vergipsing en de staalconstructies vertoonden veel roestvorming. Daarnaast was het metselwerk van de gevels bepleisterd en wit geschilderd. En de meeste van de stalen kozijnen bevonden zich in een deplorabele staat.”

In 2009 stelde diederendirrix een restauratieplan op met als belangrijkste uitgangspunt: de gebouwen duurzaam maken en behouden. Dat hield in: het beton zoveel als mogelijk herstellen en de gevels zodanig aanpakken dat ze de komende 40 jaar goed blijven. Er werd een isolatiesysteem op de buitenkant van de gevels aangebracht. Daarbij zijn de reliëfs en ‘littekens’ die in de oorspronkelijke gevels zaten mee naar buiten gebracht.

De kozijnen zijn in de nieuwe gevelconstructie naar voren gebracht om de negge aan de buitenzijde gelijk te laten blijven aan die van het originele aanzien, Dat betekent wel dat de neggen aan de binnenzijde dieper worden, maar dat valt in het gevelaanzicht niet op. Mulder: “Om te voldoen aan de hoge warmte-isolerende eisen van de gevels moesten er nieuwe kozijnen komen die thermisch onderbroken waren, maar gelijktijdig het slanke aanzien van de originele stalen kozijnen zo goed mogelijk benaderden.”